Op de jaarlijkse meiboomplanting wordt het begin van de lente gevierd
met oude volksspelen, het planten van de meiboom, het verbranden
van de pop, dansen, zingen en/of vendelen.
Bij elk volksspel worden er punten gegeven naargelang de
leeftijdscategorie (volwassenen, jeugd en kinderen). Traditioneel
mogen enkel ongetrouwde mannen en vrouwen deelnemen aan de
meispelen. De hoogst scorende man en vrouw worden meikoning (of
meigraaf) en meikoningin (of meigravin) gekroond. Op dezelfde manier
worden er ook 4 pages gekozen (jeugd en kinderen). Het zestal wordt
vervolgens geëerd met mantel en kroon; en zijn de eregasten tijdens
het hele gebeuren.
Er wordt ook een stoet gevormd van het park, waar de meiboomplanting
traditioneel doorgaat, naar het stadhuis van de organiserende stad. De
meiboom wordt meegedragen, ondersteund door de sterkste mannen, en
wordt aan het stadhuis ingehuldigd door de burgemeester of vervangende
schepen. De stoet gaat dan terug naar het park waar de meiboom stevig
in de grond wordt gezet. De Margriet, een lintendans, wordt gedanst
rond de meiboom waarbij op het einde de linten mooi rond de boom
worden gevlochten door de dansers, zoals zichtbaar op de foto.
Het verbranden van de pop, gevuld met stro, symboliseert het verjagen
van de winter.
Hierna kunnen er optredens volgen (zowel dansen als vendelen),
samendans en/of zang. Tijdens het hele gebeuren zijn er Breugheliaanse
hapjes en drank te verkrijgen. Er is altijd één nationale
meiboomplanting per jaar en naargelang de organiserende groepen, nog
kleinere meifeesten met al dan niet buitenlandse groepen.