Het klooster, gekend in Ninove als Zusterhuis, bestaat sinds 1836. Het was oorspronkelijk
uitsluitend bestemd voor de verzorging van zieke en oude mensen; alsook voor de opvang van pelgrims,
vandaar ook de naam het gasthuis. Later werden ook weeskinderen opgenomen.
Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw werd er onderwezen aan de Ninoofse jeugd
en aan de internen die tweemaal per trimester naar huis gingen. De lessen waren beperkt
tot het lager onderwijs en drie middelbare klassen. Het eerste jaar telde 20 leerlingen,
het tweede jaar 15 leerlingen en het derde jaar 10 leerlingen. Alle lessen waren in het frans.
Na de eerste wereldoorlog richtte E.H. Vandensteen, directeur van de Zusters der HH. Harten,
het technisch onderwijs op, met de afdeling handel. In 1922 kwam er ook een afdeling kleding.
Na de tweede wereldoorlog evolueerde de school zo gunstig dat een beroepsschool
onontbeerlijk werd in 1947. Rond 1950 werd de vrije middelbare meisjesschool,
het huidige lagere moderne humaniora, opgenomen in de rijkssubsidiëring
en dit met terugwerkende kracht.
In 1960 werd aan de handelsafdeling een zesde leerjaar toegevoegd
en in 1961 startte een wetenschappelijke richting. Op 3 maart 1962 veranderde de school
in een bouwwerf met elf nieuwe klaslokalen. In het schooljaar 1963-1964 werd
de Latijns-Griekse afdeling opgericht. Op 1 mei 1970 verleende het bisdom Gent
de toelating om jongens uit het Sint-Aloysiuscollege op te nemen. In 1975 werd
de nieuwe huishoudschool gebouwd: 8 lokalen met ondermeer twee volledig ingerichte keukens.
In 1979 werd er een volledige nieuwbouw gezet voor de basisschool: 27 lokalen
met een goed uitgeruste gymnastiekzaal. In september 1980 werd het gebouw plechtig ingewijd.
Daarna werden de gebouwen van het secundair opgeknapt: afbraak van de oude gebouwen
van de basisschool, aanleggen van een nieuwe speelplaats, schilderwerken, herinplating van de lokalen,
reorganisatie van het onderhoudspersoneel, nieuwe telefooncentrale, aanleggen van sportpleinen,
brandbeveiliging, etc.
Op 1 september 1981 werd de samenwerking met het Sint-Aloysiuscollege officieel erkend
door de mininster als "Scholengemeenschap Katholiek Secundair Onderwijs Ninove".
In 1986 vierden ze het 150-jarig bestaan van de school en haar kloostergemeenschap.
Vanaf 2 september 2019 zullen alle katholieke scholen in Groot-Ninove dezelfde naam dragen:
Hartencollege, dus ook de lagere school waar we momenteel in vendelen. Hiermee maken de 8 scholen
de nauwe verbondenheid en de jarenlange samenwerking voor de buitenwereld zichtbaar. Samen hebben ze
dezelfde visie en hetzelfde doel. Ze bundelen de krachten zowel op pedagogisch als op ondersteunend
vlak. Bovendien gaat vanaf 2 september de vernieuwing van het secundair onderwijs in.
De secundaire scholen in de Weggevoerdenstraat en de Onderwijslaan gaan voor een gezamenlijk
en verruimd studieaanbod, waarbij ze ook inzetten op een versterkt technisch onderwijs.
De naamswijziging benadrukt deze eenheid.
Bij een nieuwe naam hoort een nieuwe huisstijl en logo. Deze zal zowel intern als extern zorgen
voor herkenbaarheid. Daartoe hebben ze alle informatiedragers vervangen door nieuwe. Ze gaan voor
een sterke visuele identiteit. In het logo herkennen we de letter N die verwijst naar Ninove
en een hart dat staat voor onze warme zorg. Het vingerhartje, dat gevormd wordt door
een gekruiste wijsvinger en duim, is daarvoor het symbool. De slagzin is “Wij geloven in … “,
in eerste instantie “… in JOU!”. “Hoewel de huisstijl helemaal nieuw oogt, hebben we
bij de naamsverandering gekozen voor traditie door ‘harten’ en ‘college’ samen te voegen.
Zorg, kwaliteit en toekomstgericht denken vanuit onze traditie, gaan bij ons immers hand in hand.
Vanuit onze missie begeleiden we elke leerling om uit te groeien tot jongeren die respectvol,
positief en gemotiveerd in het leven staan”, aldus Marc De Rijck, voorzitter van de raad van bestuur.
Op maandag 2 september 2019 komen dus meer dan 3500 leerlingen en een kleine 400 leerkrachten
voor het eerst leren en werken in het Hartencollege. Het hele schooljaar zal in het teken staan
van de nieuwe naam en de eerste schooldag wordt feestelijk ingezet. In de Weggevoerdenstraat
en in de Onderwijslaan zal Herman Verbruggen, “Marcske” uit FC De Kampioenen, aanwezig zijn.
Hij zal de school dopen met een fles chocomelk en samen met de leerlingen op de foto gaan.
In het Buitengewoon Lager Onderwijs spelen ze een hartenspel, in Okegem kruipen de leerlingen
de nieuwe school binnen via het logo, in Meerbeke krijgt de school een feestelijk kleedje
en in Aspelare leren ze het hartenlied aan.
De secundaire scholen stuurden de leerlingen en leerkrachten een festivalticket
als officiële uitnodiging voor de eerste schooldag. Zij worden in heuse festivalstijl ontvangen,
jaar per jaar, om dan tussen 11u en 12u met de hele school te genieten van verschillende optredens.
In de Weggevoerdenstraat zijn er optredens van eigen leerlingen en in de Onderwijslaan
zijn MNM-DJ Evelyn De Backer en DJ Sample, winnaar van MNM Start to DJ en gast-DJ op Tomorrowland,
van de partij. Er zal muziek zijn, een hapje, een drankje en nog zoveel meer!
De laatste jaren is het stelselmatig moeilijker geworden om als vereniging iets te organiseren
of te publiceren. Hieronder geven we een overzicht van de laatste ontwikkelingen.
Op 25 mei 2018 kwam de GDPR wet in voegen (General Data Protection Regulation)
met als doel een betere bescherming van ieders privacy. Op zich is dit positief
maar de gekozen uitwerking heeft toch ook wat nadelen. Voor verenigingen
betekent dit dat voor iedereen het duidelijk moet zijn welke gegevens worden verzameld,
waarvoor ze worden gebruikt, hoelang ze worden bewaard en voor welke doelen.
Ieder moet verwittigd worden van de risico’s, de regels, garanties en rechten
die verband houden met de verwerking alsook de manier om hun rechten uit te oefenen.
De gegevens moet voldoende afgeschermd en beveiligd worden en er moet gebruik gemaakt worden
van een duidelijke en eenvoudige taal. In de praktijk betekent dit heel wat extra papierwerk
waarbij sommigen niet begrijpen waarom ze plots hun handtekening moeten zetten
om emails te krijgen over de activiteiten van een vereniging.
Vroeger gebruikten we Vimeo om filmpjes gratis online te zetten. Alhoewel er beperkingen waren
in hoeveel MB we per week konden uploaden en de flash plugin moest geinstalleerd zijn
om filmpjes af te spelen, was dit een dankbare tool om reeksen, dansen en voorstellingen te tonen.
Er verschenen ook geen advertenties zoals op Youtube en je kon de filmpjes beschermen
met een wachtwoord, zodat bevoorbeeld enkel leden toegang hadden tot de filmpjes.
Hier kwam een eind aan toen er een 5 GB limiet werd opgelegd (totaal van de filmpjes)
waardoor we geen filmpjes meer konden toevoegen. De opgegeven reden was
dat elke gebruikte Mb een prijs had en ze dus de gratis accounts moesten beperken.
Tenslotte is er nog de nieuwe en strengere Europese copyright wet die dreigt het vrije internet
te reduceren tot propagande kanalen, waar enkel machtige bedrijven iets kunnen uploaden.
De gedachte erachter is om veel beter de auteursrechten te beschermen, zowel voor artikels,
foto's, video's en muziek. Momenteel wordt een artikel, foto of video mogelijk gecensureerd
nadat er een klacht binnen komt van diegene die de auteursrechten bezit en die klacht
geverifieerd werd. De nieuwe copyright wet voorziet ondermeer upload filters waar een programma
alles analyseert en eventueel verwijdert, zodat er censuur is voordat het zelfs verschijnt.
Programma's kunnen wel eens fouten maken en veel meer censuren dan eigenlijk nodig is.
Dit kan dramatische gevolgen hebben, afhankelijk van hoe het verder wordt uitgewerkt.
Persoonlijk houden we ons hart vast voor het internet van morgen.
Op 23 december 2018 bezochten we Lessen (Lessines in het frans), juist over de taalgrens ten zuiden van Geraardsbergen.
Lessen is bekend om zijn porfiergroeve die enkel te bekijken is vanaf een smalle uitkijkpost langs de Chemin de Mons à Gand.
Porfier is een stollingsgesteente met een typische textuur in een grondmassa van kleinere kristallen.
Porfirische texturen kunnen microscopisch of macroscopisch zijn, waarbij respectievelijk de kristallen
in de grondmassa niet te onderscheiden zijn (zoals bij basalt) en de kristallen wel nog te zien zijn
met het blote oog (zoals bij graniet).
Lessen is gelegen aan de Dender (Dendre), juist zoals Ninove en Geraardsbergen, en wordt gekenmerkt
door zowel oude vervallen huizen en fabrieken, als moderne gebouwen. Haar voornaamste bezienswaardigheid
is het Gasthuis Onze-Lieve-Vrouw met de Roos (Hôpital Notre-Dame à la Rose), oorspronkelijk een ziekenhuis
maar nu ingericht als museum, waarin een mooi beeld wordt gegeven van de verschillende genees- en verzorgingswijzen
door de eeuwen heen.
In het centrum staan er ook veel standbeelden en verwijzingen naar René Magritte, geboren in Lessen
en bekend als surrealistisch kunstschilder, waarvan "La Trahison des Images" het meest bekend is.
"Het verraad van de voorstelling" bevat de geschilderde tekst: "Ceci n'est pas une pipe" (Dit is geen pijp)
onder de zeer realistische afbeelding van een pijp. Hij wil zichzelf en de toeschouwer herinneren aan het feit
dat het hier gaat om een met olieverf beschilderd doek, een schilderij, en niet om een echte pijp.
Elke verwijzing naar een echte pijp pleegt verraad aan het feit dat een pijp eigenlijk een idee is
en dus zijn oorsprong heeft in de geest.
Onder de titel "Agerato zwaait uit" verzorgt vlaggengroep Agerato op zaterdag 3 november
voor de laatste keer een vlaggenspektakel in cultuurcentrum Guldenberg in Wevelgem.
Een samenloop van omstandigheden dwingt het bestuur van de vlaggengroep ertoe om er definitief
de stekker uit te trekken, al is dit met veel pijn in het hart.
Agerato werd in de zomer van het jaar 2003 opgericht door Bart Eggermont, Peter Dewachter
en Glauke Vergote. Deze scheurden zich toen af van Kureo, de vlaggengroep
die door E.H. Piet De Zegher in 1987 werd opgestart. Enkele jaren na de oprichting van Agerato
werd Kureo opgedoekt. Een gebrek aan voldoende nieuwe leden, optredens en een nieuw bestuur
zorgt er echter voor dat het huidige bestuur, in samenspraak met alle leden van de groep,
beslist heeft om de vereniging op te doeken.
"Het doet pijn om dergelijke beslissing te moeten nemen, maar het is de enige optie
om te kunnen eindigen op een hoogtepunt en niet dood te bloeden", reageert voorzitter Bert Verhaeghe.
"De jeugd is niet meer geinteresseerd in vendelzwaaien! Onze sport wordt immers beschouwd
als oubollig en niet hip. Helaas is dit een verkeerd beeld van vendelzwaaien. Wat Agerato doet,
is op muziek een volledige choreografie neerzetten, totaal iets anders dus dan de groepen
die je tegenkomt in stoeten."
"Elk jaar trokken we alle Kuurnse scholen rond om leden te ronselen, maar jaar na jaar
zagen we de instroom van nieuw jeugdig talent verminderen. De jeugd opteert immers liever
voor een jeugdbeweging of sportclub. Ook ons orderboekje om optredens te verzorgen,
raakte amper nog gevuld, ondanks de wekelijkse repetities die we houden."
Vlaggengroep Agerato, die zo'n 23 leden telt, was onlangs nog te bewonderen op de Ezelfsfeesten
en bracht ter hoogte van de tramstatie een half uur durend spektakel. Daarnaast werd de vaandelgroep
ook meermaals genomineerd voor de Kuurnse cultuurprijs, maar kreeg nooit de erkenning die hen toe kwam.
Ze gebruiken kleinere vlaggen aan zwarte vendelstokken zonder tegengewicht,
waardoor ze technisch gezien veel gemeenschappelijk hebben met het wimpelen van de KLJ.
Dorothy D'Haeze (33) is de choreografe van Agerato en startte met vlaggenzwaaien
op elfjarige leeftijd.
"Het doet pijn te weten dat Agerato ophoudt met te bestaan. Tot op heden creerden we
een 50 à 60 uiteenlopende nummers voor de groep die telkens een grote uitdaging waren voor mij
maar eveneens voor de groep. Gemiddeld mag je voor het maken van een dergerlijke choreografie
zo'n drie à vier uur rekenen."
"Naast de muziekkeuze moest er ook veel zorg besteed worden aan een variatie van vlaggen
die gebruikt worden binnen een nummer. Vrijdagavond was dan ook onze vaste afspraak
om deze nummers in te oefenen. Ondanks dat het vlaggenzwaaien heel intens is,
waarbij met vele zaken rekening moet worden gehouden, blijft het helaas een miskende sport,
wat uiteraard heel jammer is. Gelukkig stond ik er al die jaren niet alleen voor
om nieuwe nummers te bedenken en kon ik rekenen op nog een drietal andere choreografen in de groep,
die elk hun eigen stijl hadden. Niettegenstaande dat Agerato binnenkort stopt ben ik blij
dat er een goede band bestaat tussen alle leden, zodat er zeker een hechte vriendengroep
zal overblijven die ooit dezelfde passie deelde."
Wie Agerato nog een laatste keer aan het werk wil zien tijdens de afscheidsshow op zaterdag 3 november
om 20 uur, is eraan voor de moeite, gezien zaal de Guldenberg in Wevelgem al helemaal is uitverkocht.
Daarna valt definitief het doek over vlaggengroep Agerato die al zijn inkomsten schenkt
aan Den Achtkanter en Groep Ubuntu.
Op 21 juli 2018 hebben de vertegenwoordigers van Nederland, België, Italië, de Tsjechische republiek
en Duitsland een Europese vereniging van verenigingen opgericht. De stichting vond plaats
in de duitse stad Konstanz.
De 26 oprichtende leden hebben met eenparigheid van stemmen, ingestemd met de oprichting
van een Europees verbond van vlaggen: European Confederation of Flags, of afgekort ECF.
De statuten werden goedgekeurd, een raad van bestuur werd benoemd en de eerste doelstellingen
werden vastgelegd.
De oprichtende leden zijn:
Sbandieratori e Musici Citta di Bibbiena / Italië
Monadria Polygamica, Brno / Tsjechië
Kna-Venkra Kraainem / België
Vendelen.net, Mechelen / België
Jovolka, Kapellen / België
Gelderse Schutterfederatie / Nederland
Fahnenschwinger Rastatt / Duitsland
Kraichgau-Fahnenschwinger Bretten / Duitsland
Fahnenschwinger Konstanz / Duitsland
De nieuw gekozen raad bestaat uit:
Voorzitter: Gian Piero Polverini / Italië
Vice-voorzitter: Gerhard Schlaich / Duitsland
Eerste secretaris: Stefaan Haesen / België
Eerste penningmeester: Ines Schlaich / Duitsland
Tweede secretaris: Pavel Kruba / Tsjechische republiek
Tweede penningmeester: Benjamin Kurtz / Duitsland
Medewerker: Ute Klöckner / Italië
Er werd ook al een website opgezet
maar voorlopig staat daar nog niet veel informatie op. Het is dus wachten op meer nieuws.
De Katholieke Landelijke Jeugd bestaat nu al 90 jaar en dat mocht niet ongemerkt voorbij gaan.
In die tijd zijn ze gegroeid tot 21.000 leden, allemaal jongelingen tussen 6 en 35 jaar.
Zelfs Geert Bourgeois, de minister-president van de Vlaamse regering, stuurde zijn felicitaties
in de vorm van een video. Landbouwminister Joke Schauvliege zou persoonlijk afkomen
maar wij hebben ze althans niet gezien.
Zoals gebruikelijk roteert de locatie telkens, zodat elke provincie aan bod komt over de jaren
en andere afdelingen kunnen afzakken naar het Landjuweel. Het is tenslotte school de volgende dag
en samen met de afstand, kan dit wel een struikelblok zijn voor ver afgelegen afdelingen.
Dit jaar had het Oost-Vlaamse Lovendegem de eer om het Landjuweel te organiseren en alles was er:
een ruime parking, een grote tent, een uitgebreid animatiedorp en voldoende eten en drank.
Alle Klj sporten kwamen uitgebreid aan bod: vendelen, wimpelen, touwtrekken, dansen en piramide bouwen.
Wij keken uit naar de muziekreeks van de hoofdgilden, altijd een mooi spektakel.
Klj Waarschoot kreeg de meeste punten van de jury. Ze hadden het relatief veilig gespeeld
met een eerder eenvoudige reeks maar ze hadden wel mooi gelijk gevendeld.
De twee andere hoofdgilden hadden gewaagder muziekreeksen gebracht.
De meningen onder de toeschouwers en aanwezige vendeliers waren verdeeld
en ook wij hadden een andere hoofdgilde als winnaar verwacht.
De meisjes van KLJ Kruibeke wonnen het keurwimpelen en KLJ Lovendegem won bij het dansen.
Naast de gewonnen bekers kreeg elke afdeling een unieke wandklok mee, een mooi aandenken.
Al bij al was het behoorlijk laat toen alles gedaan was; op tijd beginnen had beter geweest.
De kleinsten waren al vertrokken met hun bus waardoor de parking al behoorlijk leeg was.
Officieel bestaat de Scheldehappening niet meer; de laatste editie was in 2015,
althans toch volgens de website en verschillende kalenders. Praktisch lijkt het ons
een verzameling van plaatselijke initiatieven die wel nog jaarlijks worden georganiseerd.
Zo was het ook aan het Donkmeer in Berlare. Er was geen standje van de Scheldehappening
maar de Eendenkooi was open, de minigolf was gratis die dag en de paaseierenworp
ging terug door om 18u op het Kapelleplein. Het was tenslotte paasmaandag.
De Eendenkooi is eigenlijk een uniek dierenpark met allerlei vogels en boerderijdieren
tussen het Donkmeer en het recreatiedomein Nieuwdonk. Men kan stellen dat de Eendenkooi
bijna volledig omgeven is door water. Enkel via kleine wandelpaadjes of met een overzetboot
kan je deze oase van rust bereiken.
Het bos- en waterrijke gebied van de Eendenkooi, waar vroeger op een vernuftige wijze
wilde eenden werden aangelokt en gevangen, is sedert 1961 omgebouwd tot een dierenpark.
Het is een heerlijk wandeldomein, waar de natuur-en dierenliefhebbers aan hun trekken komen.
Diverse soorten eenden, ganzen, zwanen, inheemse vogels, fazanten, flamingo's, pauwen,
kraanvogels, edelherten, bambi's en geitjes verhogen het kijkgenot.
Aan het moderne infokantoor van de dienst toerisme mocht Johan voor het eerst
minigolf spelen. Hij deed het niet slecht maar zijn mama heeft toch gewonnen.
De kraampjes van vorige keer waren weg en na een hapje en een drankje,
besloten we om naar huis te gaan.
De Europeade is een vijf dagen lang feest van meer dan 5000 dansers, muzikanten en zangers;
die jaarlijks doorgaat in telkens een andere Europese stad. Uit alle hoeken van Europa
komen ongeveer 200 groepen naar de feeststad om het beste van hun kunnen te tonen.
De vaste waarden zijn het begin- en eindgala, de stoet doorheen de straten,
de muziek en zangavond en de straatoptredens op verschillende pleinen in de stad
en aangrenzende gemeenten. Vaak is er ook nog vuurwerk, tentoonstellingen,
een Europeade dorp met voedsel en drankstanden, een kerkviering
en spontane verbroederingen.
Het begon allemaal met het idealisme van wijlen Mon De Clopper (1922-1998),
een vlaming en stichter van de Vlaamse Volkskunstbeweging of afgekort VVKB.
Samen met andere leden van de VVKB organiseerde hij de eerste Europeade
in Antwerpen op 5 april 1964. Hij verenigde Vlamingen, Nederlanders, Engelsen,
Fransen, Duitsers, Oekraïners, Joegoslaven en Polen om hun dansen en liederen te tonen
in hun typische traditionele kledij, zowel aan andere groepen als aan het publiek.
Elke deelnemer kreeg zo meer respect en waardering; en vriendschapsbanden groeiden.
Zelfs toen was er een intens verlangen om de curturele identiteit van Europa
meer op de voorgrond te brengen.
Bovendien kreeg de eerste verklaring over het doel van de Europeade de titel mee
"Aan de jeugd van Europa". Vrede onder de Europese jongeren was van bij het begin
de drijfveer van Mon De Clopper. Na de verschrikkingen van twee wereldoorlogen
was het voor hem hoog tijd dat jonge mensen aan een nieuw Europa zouden bouwen:
een Europa van vrede en vrijheid.
"Zolang de jeugd de waarden van het volk zal weten hoog te dragen en te achten,
zolang de jeugd van de volkeren ze zal laten primeren boven de opgedrongen
gemaaktheid en levensvreemdheid, zal het avondland niet ten onder gaan."
Dat de volkscultuur daartoe het beste bindmiddel was, bleek toen al de dwingende gedachte.
Op deze website
kan u meer lezen over de Europeade en Mon De Clopper. Op onze video pagina kan u
zowel het begin- en eindgala zien, als het optreden van de Vlaamse vendeliers.
Dit jaar was de Europeade dus nog eens in België, 14 jaar sinds de vorige keer in 2002,
en voor de eerste keer in Namen, wat een behoorlijke logistieke uitdaging was voor de stad.
Alle groepen moeten een plaats hebben om te slapen, moeten eten krijgen, repeteren
en op tijd zijn voor hun optredens. Bovendien was prinses Astrid en haar man prins Lorenz
aanwezig op het openingsgala, tot grote vreugde van alle deelnemers. We hebben genoten
van de galas, de straatoptredens en de stoet. Het was allemaal zo vlug voorbij
en te weinig tijd om alles te zien.
Dinant is een relatieve klein langwerpige stad, gekneld tussen de Maas
en een steile bergwand waarop de citadel van Dinant is gebouwd.
De citadel is gebouwd op een rots, vlak bij het stadscentrum, 100 meter hoger
dan het wateroppervlak van de Maas en heeft een prachtig uitzicht over de stad.
Nu dient ze vooral als wapenmuseum en is ze bereikbaar via een 16e eeuwse trap
met 408 treden, een kabelbaan of de auto.
Vlak naast de citadel onderaan de trap, staat de Collegiale kerk Onze-Lieve-Vrouw
van Dinant, een 13 eeuwse Maasgotische kerk met een uniek peervormige klokkentoren
en één van de grootste glasramen van Europa. Het gebouw is volledig opgetrokken
uit de grijze kalksteen van Dinant. Samen met de citadel en de nabije brug
over de Maas zorgt deze voor het iconisch beeld van Dinant.
Bij het binnenrijden van Dinant langs de zuidelijke kant van de Maas kom je voorbij
de rots Bayard, een rotspunt met de vorm van een enorme menhir die net los staat
van de rotswand. Slechts één rijstrook van de weg langs de Maas loopt tussen Bayard
en de bergwand, de andere rijrichting is om de 'menhir' heen. Volgens de legende
werd de menhir gemaakt door het Ros Beiaard en Vier Heemskinderen; er zijn zelfs
twee versies van het verhaal. In werkelijkheid is de scheiding tussen
de twee rotsformaties gemaakt door de troepen van Lodewijk de 14de die hiermee
de toegang tot de stad wou vereenvoudigden.
Dinant is ook de geboorteplaats van Adoplhe Sax, de uitvinder van de saxofoon,
en die kom je zowat overal in de stad tegen. Een bezoekje waard zijn
"La Maison de Monsieur Sax" (museum van de saxofoon), de brug over de Maas
met 10 mooi beschilderde reuze saxofoons en de grote glazen saxofoon
aan het stadhuis. Dinantse koek is een bijzonder harde koek van met honing
gezoet meel, gebakken in vormen (zoals speculaas). We raden aan deze koek
eerst te weken want je kan dit niet eten zoals gewone speculaas.
Ten slotte is er de abdij van Leffe in Dinant, waar het welbekende bier
nog altijd wordt gebrouwen. Leffe is namelijk een wijk van Dinant,
naast Neffe en Les Rivages. We dronken er nog eentje en volgden dan de Maas
richting huiswaarts.
Doornik, aan de grens met Frankrijk, was ons weinig bekend en had heel wat geheimen.
Naast Tongeren, de oudste vestiging in België, is Doornik de tweede oudste stad
en is ze qua oppervlakte, met maar liefst 29 deelgemeenten, de grootste gemeente
van België. Doornik werd vaak belegerd om zijn strategische ligging,
getuige daarvan zijn de resterende stadsmuren, citadels, torens en het belfort
die de bevolking waarschuwde bij brand, executies en aanvallen van buitenaf.
Het belfort diende ook als gevangenis, klok en stadhuis, en werd verhoogd
na de bouw van de kathedraal om zijn functie als uitkijktoren te behouden.
De citadel van Doornik was onze eerste stop, ooit een versterkte burcht gebouwd in 1674,
nu een legerkazerne met hier en daar nog restanten van torens en toegangspoorten.
We parkeerden aan de Avenue de Gaulle en gingen verder te voet naar de gotische kerk
Saint-Jacques. Via kleine steegjes zoals Rue des Cloches kwamen we aan het Fort Rouge,
een vierkantige toren met kenmerkend rood dak uit de 11e eeuw en die toen deel uitmaakte
van de verdedigingsmuren. Via het klein parkje van het fort kwamen we op het stadsplein
waar we even rusten op een terrasje, genietend van het uitzicht.
We stapten verder langs het mooie belfort en de kathedraal, die in restauratie was
en spijtig genoeg niet te bezichten. Langs de Rue de l'Hopital Notre Dame
zagen we enkele ooit mooie oude huisjes, nu echter in verval, en via het Sint-Pieter plein
omringd met witte gevels, kwamen we aan het Koningin Astrid plein en aangrenzend park.
In de lente moet het hier wel aardig vertoeven zijn met de grote fontein, bloemenstruiken
en bloeiende bomen. We gingen verder langs het indrukwekkend stadhuis,
vroeger nog een abdij geweest, en het museum van schone kunsten naar het park
van het natuurhistorisch museum.
Daarna was het wel wat doorstappen naar het justitiepaleis en het naamloze park
langs de Boulevard Walter de Marvis, waar we nog enkele overwoekerde restanten
van torens terug vonden. Tijdens de tocht naar de Saint-Brice kerk kwamen
we nog een legerkazerne tegen en het stationsgebouw van Doornik was een straling voor het oog.
De Tour Henri VIII stond in de stellingen en het aanliggende plein was helemaal bezaaid
met afgevallen herfstbladeren, wat wel een speciale sfeer gaf aan de speeltuigen.
Terug aan de Schelde deed het uitzicht me aan Parijs denken en wat verder
lag de Pont des Trous, een hoge brug over de Schelde waar men op elk moment de doorgang
kon blokkeren, met langs beide kanten versterkte torens. Al die tijd had Johan
op zijn fietsje gereden zonder te klagen, ruim 7 km, wat een prestatie voor een kleuter
van 3 jaar oud, maar nu werd hij toch wel moe. We gingen terug naar de auto
en meneertje was direct verkocht.
Kunst en ambacht was dit jaar het thema van open monumentendag en onze aandacht
ging naar het provinciaal archeologisch museum in Velzeke met demonstraties glasblazen,
een Romeins kamp en gladiator gevechten. De weersvoorspelling van het Kmi zei wisselvallig
maar op dat moment scheen er een mooi zonnetje dus waagden we het erop.
Bij het rondrijden in Velzeke zagen we overal tekenen van een rijk Romeinse verleden.
In het centrum, op het "Romeins Plein", zagen we een standbeeld van Julius Caesar en
ook vele namen van straten, pleinen en herbergen verwezen nog altijd naar de Romeinse aanwezigheid.
Aan de trapjes van het museum werden we ontvangen door enkele Romeinse soldaten
die maar al te graag samen op de foto wilden, waar we dankbaar gebruik van maakten.
Op het domein zelf konden kinderen allerlei kunstwerkjes uit klei maken
maar wij bewonderden vooral het Romeins glas blazen.
Om 3u zagen we heel verschillende gladiators uit een klein wit tentje kruipen
om dan een duel tot de dood uit te vechten. Een amazone won verbazend haar duel
door de vijand te ontwapenen met haar lasso, terwijl ze haar speer gebruikte
om hem op afstand te houden. Een bijzondere grote gladiator had echter minder geluk
met zijn vissersnet en trident. Tot slot volgde een blind gevecht: twee gladiators
met geblindeerde helmen, een volledig harnas en lange messen werden gestuurd door slaven
om dan op elkander in te hakken.
En dan begon het te regenen en renden we naar binnen. Het museum had heel wat te bieden:
Romeinse kledij, gereedschap, wapens, potten, glazen, sieraden, maquettes, ... kortom
alles wat de Romeinen ooit gemaakt hadden. Tot slot kregen we nog wat uitleg over de legioenen
en hun uitrusting in het Romeins tentenkamp.
Op maandag 25 mei (pinkstermaandag) gingen we naar het park Van Beervelde,
een klein dorpje ten oosten van Gent. Het kasteelpark is eigenlijk een privé domein
maar dat publiek toegankelijk is. Het 25 hectare grote kasteelpark werd in 1873 ontworpen
en aangelegd in Engelse landschapsstijl. De bedoeling van de opdrachtgevers,
de Graven de Kerchove de Denterghem, was het park als uitstalraam te laten fungeren
voor de toen nog prille Gentse sierteelt. Ook vandaag, 135 jaar later, is de familie
de Kerchove de Denterghem nog steeds nauw betrokken bij de promotie van de Gentse sierteelt.
Het idee was om op een relatief kleine oppervlakte de elementen bijeenbrengen
die men in een ideaal natuurlijk landschap zou willen zien: romantische vergezichten,
glooiende weiden, de illusie van een opening in een groot bos, kronkelende paadjes,
grillige waterpartijen, bruggetjes en sprookjesachtige gebouwen. In de verte,
zonder echt ver te zijn, ziet men een eiland temidden van een meer dat gevoed wordt
door een rivier die zich kronkelend een weg zoekt tussen golvende graslanden.
Het is allemaal aangelegd maar het moet er natuurlijk uitzien.
Bovendien organiseren ze tweemaal per jaar de tuindagen (in mei en oktober)
waarbij ongeveer 200 standjeshouders hun planten, bomen en tuinproducten
uitstallen aan het grote publiek. Meer informatie hierover is te vinden
op de website van het park.
Het resultaat van al dit werk is verbluffend. Vanuit het sprookjesachtige koetshuis
komt men in een open grasveld, omgeven door bomen en struiken, met in het midden
een imposante witte villa. Het pad leidt dan naar een romantisch bruggetje
om onmiddellijk in het bos te verdwijnen. Reuzegrote struiken Azalea's
duiken overal op, en in alle kleuren, afgewisseld door struisvarens.
Wanneer men terug uit het bos komt, zie je in de verte de villa en het koetshuis
met daar tussen een groot meer, een prachtig uitzicht. Het pad gaat dan verder
langs het paviljoen en tussen de bomen, naar de typisch engelse moestuin.
Dat is het einde van de wandeling maar we komen zeker nog eens terug!
In maart nam Chiro Sjaloom contact met ons op om een beginnerscursus vendelen te geven
aan hun 14 tot 16 jarigen. Aanvankelijk hadden we een cursus stoet vendelen gepland,
met eventueel een eenvoudige muziekreeks als er nog tijd over was.
Het was even aanpassen toen er één linkshandige bleek bij te zijn,
maar hij kon toch redelijk goed mee. Tot onze verbazing ging zelf de muziekreeks
er zeer vlot in, genoeg om een video te maken, en we hadden nog tijd over.
Met het goede weer en gemotiveerd door hun leervermogen, trokken we naar buiten
om de worpen uit te proberen op het grasveld achter de lagere school.
Ze hadden duidelijk talent en konden bijna alle worpen uitvoeren.
Spierkracht opbouwen was ook niet nodig omdat ze met de kleine vlaggen oefenden.
Het bewijs was geleverd: iedereen kan vendelen, zolang je maar de juiste uitleg krijgt.
Beide partijen waren achteraf zeer tevreden en ze vonden het zeker voor herhaling vatbaar.
Dit jaar werden we terug gevraagd om te vendelen in de reuzenstoet in Ressegem,
samen met reuzen, een fanfare, old timers en de ninoofse narrengilde.
In tegenstelling met vorig jaar toen er een stevige kille wind stond
en de regen maar juist uitbleef, was het aangenaam warm zomerweer en bijna geen wind.
Er waren rioleringswerken geweest in de hoofdstraat en de ondersteunende wieltjes
van de reuzen waren duidelijk niet voorzien op de resterende putten in het wegdek.
Na wat duw- en trekwerk konden ze toch verder. Voor de ninoofse narrengilde
was het de eerste keer en ze hadden vrij spel gekregen qua gedrag.
Dat moet je een nar geen tweede keer zeggen. Een zeker moment wilde één nar ook vendelen,
toch niet zo simpel als hij eerst had gedacht, maar een mooi begin.
Doelbewust hadden we gekozen voor eenvoudige gecontroleerde bewegingen zonder worpen,
omdat zoals vorig jaar, de toeschouwers terug tussen de vendeliers liepen.
Enkele keren konden we de stok juist op tijd stoppen en één keer viel de punt van de stok
toch op het hoofd van de peter van de reus Kledden, gelukkig zonder erg.
Hij kon er nog mee lachen. Tot slot klonken we op een geslaagde stoet
met een lekkere pater Lieven, gebrouwen in de brouwerij Van Den Bossche te Sint-Lievens-Esse.
Op zondag 31 augustus werd het laatste provinciaal sportfeest van het jaar
georganiseerd door Klj Oost-Vlaanderen, in het verre Bassevelde, een deelgemeente
van Assenede dichtbij de Nederlandse grens. Het was er winderig maar zonnig,
een stuk beter dan de regenbuien die we trotseerden tijdens het Antwerps sportfeest
in Zoersel.
Voor het eerst zaten ze echt tussen de velden. Enkel de parking was bereikbaar
langs de weg, waarna het toch wat stappen was om de sportievelingen aan het werk
te zien.
De lijst van deelnemende groepen was bijzonder lang: Adegem, Assenede, Bassevelde,
Bazel, Beervelde, Belsele, Beveren, Doorslaar, Ertvelde, Haasdonk, Hamme-Center,
Hamme Sint-Anna, Kaprijke, Kluizen, Kruibeke, Lochristi-Hijfte jongens,
Lochristi-Hijfte meisjes, Lokeren-Heiende, Lokeren-Heirbrug, Lovendegem,
Melsele, Merchtem, Moerbeke-Waas, Nazareth, Nieuwkerken-Waas, Sinaai,
Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Sleidinge, Stekene, Temse-Velle, Tielrode,
Waarschoot, Wetteren, Zaffelare, Zele-Centrum, Zele-Heikant en Zomergem.
Maar liefts 38 groepen !
Bij de voorstelling van alle groepen stond het feestterrein meer dan vol
en ook het publiek was talrijk aanwezig. Het was dan ook niet verbazend
dat alles wat chaotisch verliep: vendeliers die op het veld kwamen
toen de lange afstandlopers nog een ronde deden, groepen die niet helemaal
klaar stonden wanneer de muziek begon, lopers die voor het zicht van het publiek
wandelden tijdens het wimpelen en vendelen, bier en broodjes voor de hamburgers
die uitverkocht waren voor het einde, luidsprekers op de verkeerde plaatsen, etc.
De lange sportzomer had zijn tol geeisd: de kapotte vlaggen, besmeurde uniformen en
vermoeide vendeliers waren minder aangenaam om te zien. Dit waren gelukkig
maar enkelingen. Anderzijds was het werkelijk prachtig om zoveel vendeliers
en wimpeliers tegelijk aan het werk te zien. Het was een mooie afsluiter
voor een rijk gevulde zomer.
Er stond heel wat op het programma voor het verlengd paasweekend.
Gezien de vroege lente en de uitstekende temperaturen, gingen we zaterdag nog eens
de kruidtuin bezoeken in Leuven en inderdaad, werkelijk alles stond in bloei!
Het was werkelijk genieten van de kleurrijke bloemen, exotische planten,
terrasjes, vijvers en waterpartijen.
Rond 15u gingen we naar de binnenstad voor de Paasfeesten, die dit jaar
hun 40e verjaardag vierden. Als buitenlandse groepen waren er Ieren, Roemenen
en Polen; die samen met de Leuvense volkskunstgroepen het beste van zichzelf gaven.
Johan mocht er voor de eerste keer paaseieren vangen en kreeg zelf de hulp
van een lief meisje die zijn broekzakken vol duwde met lekkers. Als dank kreeg
ze een klein kusje en iedereen was gelukkig.
Maandag gingen we met de Scheldehappening naar de Wetterse watertuin, een particulier
die op regelmatige tijdstippen zijn tuin open stelt voor het publiek.
Naast veel kikkers en water, waren er vooral veel waterplanten. Al bij al waren we
vlug rond en gingen we nog naar het provinciaal domein Den Blakken.
Den Blakken omvat een aantal thematuinen waarin zowat alle planten aan bod komen
die de kwekers uit Wetteren en omgeving produceren. Je vindt er een historische tuin,
met een overzicht van tuinstijlen uit de laatste vijfhonderd jaar, en een doolhof
samengesteld uit verschillende soorten haagplanten. Het park is bijna volledig
omgeven door bos waarin je urenlang kan wandelen.
Op zondag 30 maart was Mechelen aan de beurt. We parkeerden de auto aan de Zandpoortvest
en stapten de kruidtuin binnen, waar we eerst een speeltuin en een gezellig cafeetje
aan de Dijle zagen. In de kruidtuin zelf waren alle perkjes mooi gelabeled, hoewel er zelden
al iets groeide. Enkele oude bomen, vijvers, standbeeldjes, ganzen en grasvlaktes maakten
het aangenaam om wandelen.
Via de Hanswijkstraat, het Kardinaal Mercierplein en de Lange Nieuwstraat kwamen we
aan Onze-Lieve-Vrouw over de Dijle, een gotische kerk uit de 16e eeuw die recent nog werd
gerestaureerd. Via de Milsenstraat gingen we naar de gezellige Korenmarkt voor een terrasje.
De Brusselpoort ligt aan het ander uiteinde van de Hoogstraat, de enigste overblijvende poort
van de oorspronkelijke 12 middeleeuwse toegangspoorten van Mechelen.
In de Keerbergstraat vonden we wel een zeer bijzonder huisje en zowel op de Haverwerf
als de Zoutwerf zagen we verschillende historische gebouwen, elk in een andere stijl
opgetrokken. Terug ten noorden van de Dijle hadden we ogen te kort op de grote markt:
het schepenhuis, het stadshuis, het postgebouw, het standbeeld van Margareta van Oostenrijk,
de Sint-Rombouts kathedraal... één voor één allemaal pareltjes.
Via de Sint-Katelijnestraat bereikten we het groot begijnhof maar dat was eerder
een teleurstelling. Ja, het waren wel kleine straatjes, ja, het waren eerder kleine huisjes
maar ze waren allemaal anders, de typische verzorgde sfeer ontbrak volledig.
Via de Schoutestraat en de Sint-Janstraat kwamen we aan het Hof van Busleyden en
de Beiaardschool. We gingen dan verder naar de Veemarkt om tot slot nog enkele avondfoto's
te maken van het paleis van Margareta van Oostenrijk, die nu dienst doet als gerechtshof.
Op zondag 2 februari hadden we voorzien om te wandelen in Oudenaarde. Het was weliswaar kou,
maar toch erg zonnig en er waren geen regenwolken te zien, dus waagden we het erop.
Na de kronkelende wegen door de velden van Oudenaarde, parkeerden we de auto nabij
het Liedts park.
Eigenlijk was dit gepland om te doen na de gildedag in Oudenaarde op 29 september 2013,
maar technische problemen gooiden roet in het eten. Het was toen trouwens prachtig weer
met een mooie voorstelling volksdansen en vendelen, maar ik ben aan het afdwalen.
Na een wandeling door het Liedts park met zijn kasteel en volkstuintjes, gingen we
via de Prins Leopoldstraat naar het sportcomplex, waarvan het voetbalterrein vooral
in het oog sprong. Via de Vlaanderenstraat, het Sint-Jozefsplein en de Dijkstraat kwamen we
aan het mooie stationsgebouw van Oudenaarde.
Via de Hoogstraat gingen we naar de markt met zijn prachtig stadhuis waar helemaal bovenaan
"Hanske de Krijger" staat, de symbolische beschermheer van de stad. De markt is helemaal
omringd met historische gebouwen, waaronder het vleeshuis, het huis van Margaretha van Palma
en de Sint-Walburgakerk.
Na een hapje en een drankje in een pitazaak, gingen we via de Burgstraat naar het begijnhof,
een zeer typisch begijnhof met allemaal wit geverfde huisjes en aangename verzorgde tuintjes.
Over de Schelde kwamen we nog langs de abdij van Maagdendale, het huis de Lalaing en
het justitiepaleis, met vlak daarachter de hoge muren van de gevangenis.
Op zondag 2 juni gingen we naar de Quaeye Werelt in Deurne (Antwerpen) en we merkten duidelijk
enkele nieuwigheden. Eigenlijk was er tot dan nog geen echte zomer geweest.
De lente was meer koud en winderig dan warm, en ook de regen was totaal onvoorspelbaar.
Het was te merken aan de staat van de wei waar de tenten stonden. Hier en daar moesten
we zelf door de modder, maar gelukkig was het slagveld en zijn omgeving wel droog.
In 2012 werd de historische veldslag afgelast omdat de stad meer veiligheidsregels wilde
en er niet op tijd een akkoord uit de bus kwam met de organisator, tenminste als het verschenen
artikel
de waarheid spreekt. Deze editie waren de nieuwe veiligheidsmaatregelen duidelijk
merkbaar. Er was een ruime veiligheidsmarge voor rondvliegende pijlen en je kon dus ook
de troepen niet meer van dichtbij fotograferen terwijl ze het strijdtoneel op marcheerden.
De weg naar de ziekenwagen werd vrijgehouden en bij de kiddy battle mochten enkel kinderen
op het veld, geen volwassenen.
Dit jaar was er voor de eerste keer een presentator die bij de verschillende fases
van het gevecht wat meer uitleg gaf. De zwaardvechters, halberdiers, boogschieters, musketiers,
kanonniers en waterdragers waren trouw op post, met als nieuwigheid een (kleine) katapult
en enkele waterballonen. Er werd tot 3 maal toe onderhandeld over vrede en zelfs een dubbelduel
bracht geen oplossing. Toen de boogschieters overliepen naar de andere kant, dacht ik
dat het zou eindigen zoals 2 jaar geleden, maar nee, de boogschieters schoten iedereen dood,
ook hun eigen strijders, uit vrees voor nog overlopers. Toen stonden nog enkel de kanonniers
recht en die schoten in één luide knal de boogschieters dood. Antwerpen had dan toch
nog gewonnen, maar op wat een surrealistische manier.
Na de veldslag lieten sommige groepen zich fotograferen, anderen gingen moe terug naar hun kamp.
Voor de kiddy battle moest elk kind apart onder een poort stappen, waarbij ze een rubberen stok
als wapen kregen. Er waren heel wat meer kinderen dan vorig jaar en de dappere krijgers
werden dus duidelijk overdonderd. Achteraf was het over de koppen lopen in het tentenkamp,
iets te druk naar onze mening en we gingen dan maar naar huis.
Op zaterdag 30 april waren het terug de Paasfeesten in Leuven, echter zonder veel zon,
warmte of groene bladeren. De winter was tot dusver onverbiddelijk geweest met temperaturen
onder de 10 graden. Van de lente was bitter weinig spoor, maar dat lieten de groepen
niet aan hun hart komen. De vrolijke presentator was er terug, altijd te vinden voor
een grapje.
De eerste buitenlandse groep was Do Lusco o fusco uit Galicië (Spanje), gevolgd door
Holland Express, een jonge en moderne dansgroep die volksdanspassen combineerde
met moderne choreografie. Een echte groepsdans of themadans kon je het niet noemen,
maar het was zeker een frisse noot met hun oranje mutsen, sjaals, strikjes en kousen.
De volgende op het programma waren de Dunedin Dancers uit Edinburgh (Schotland)
die, als je de foto's mag geloven, over de grote markt zweefden. Het moet wel koud geweest zijn,
zo in kilt en toch wel dunne kledij, maar ze deden het uitstekend. Als laatste viel de groep
Dragatus uit Slovenië vooral op door hun lach en passie waarmee ze dansten.
Daarnaast waren er ook nog de binnenlandse groepen: kindervolksdansgroep Rozemarijntje,
volkskunstgroep Reuzegom, volkskunstgroep 't Havermeuleke en vendelkunstgroep Carpevento,
waarvan elk een optreden verzorgde. Na de optredens konden de kinderen de markt opstormen
voor de paaseierenworp en besloten wij om nog iets te eten, voor we vertrokken.
Ongeveer 3 jaar geleden lanceerde het Nieuwsblad onder deze titel een project
waarbij elke vereniging een webpagina kreeg waarin ze haar activiteiten, werking
en nieuwtjes kon promoten. Ze wilden verenigingen meer in de kijker zetten
en ze kregen dan ook een plaatsje op de gemeentelijke pagina van het Nieuwsblad.
Vele verenigingen grepen die kans, ook wij, om meer visibiliteit te krijgen
en een groter publiek aan te spreken. Het lanceringsfilmpje van toen kan je
hier bekijken.
Aanvankelijk ging dit heel goed, maar toen begonnen de problemen. Soms was hun website
niet bereikbaar, ze konden de toevloed niet aan, je kon geen artikels aanmaken,
de privacy settings verdwenen, de overzichtslayout werd heel bizar, etc.
Ze beloofden oplossingen en vroegen zelfs welke bijkomende functionaliteiten
verenigingen nog konden gebruiken. Enkele maanden later waren de artikels van de verenigingen
niet meer zichtbaar op de gemeentelijke pagina's en je zag stelselmatig het aantal
nieuwe artikels afnemen. Wij zijn er ook mee gestopt om onze artikels op het Nieuwsblad
te zetten en gaan ook de Rss-feed niet meer gebruiken.
Voor actuele informatie verwijzen we naar onze eigen website en de Facebook pagina:
https://www.facebook.com/Vendelkunstgroep.Amico. Deze laatste werd verwerkt
in onze startpagina.
Op 01/02/2015 ontvingen we nog een bericht van het Nieuwsblad:
"We willen je laten weten dat onze verenigingen pagina, waarop ook jouw vereniging
geregistreerd staat, vanaf 01/03/2015 niet langer gebruikt zal worden.
De informatie op deze pagina's zal vanaf dit moment niet langer bewaard blijven.
Alvast bedankt voor het vertrouwen in onze dienst en tot snel op Nieuwsblad.be"
Het was behoorlijk winderig en kil in Poperinge op zondag 30 september. De gildedag
werd gecombineerd met een riddertoernooi en een demonstratie samurai boogschieten,
maar het in vergelijking kleine podium voor de gilden was verstopt achter de tribunes
van de ridderpiste. De terrasjes zaten wel al goed vol, hoodzakelijk met gildeleden
en fanfares.
Het volksdansen kwam maar traag op gang en we hebben geen vendeliers gezien,
terwijl die toch wel op het programma stonden. Mogelijk was er te veel wind
en hebben ze het dan maar afgelast. Toen het riddertoernooi om 16u begon,
trok het volk massaal naar de tribunes terwijl de gilden nog verder dansten.
Tja, ze hadden maar op tijd moeten beginnen.
De piste was opgezet voor een steekspel met zand, vlaggen, tent, en alle middeleeuwse
versiering die je maar kan bedenken. Eerst mochten de ridders elkaar bekampen met zwaard
en schild, maar door het massa volk zag je er maar weinig van. De winnaar bleek
uiteindelijk nog een vrouw te zijn!
Daarna mochten de ridders te paard de piste op, dat was beter te volgen.
Ze kregen proeven voorgeschoteld als appelen in twee snijden, speren oprapen
en die in een roos steken, veren afsteken, allemaal al rijdend uiteraard.
We bleven echter niet tot het einde, het was er het weer niet voor.
Het samuari boogschieten is ook wel iets bijzonders. Het gaat hem niet zozeer
om het in de roos te schieten, maar meer om de concentratie en de rust
die de samurai bereikt in het zeer lange ritueel, voordat de pijl bijna geruisloos
het doel raakt. Het was bijna mediteren.
Op zondag 26 augustus zag het er bijzonder slecht uit. Het regende al voordat
we vertrokken en het weerbericht voorspelde nog meer regen, vooral in het noorden
van het land. Aangezien Passendale vooral in het zuidwesten van België ligt,
waagden we het erop en vertrokken. Stelselmatig verminderde de regen,
kwam de zonneschijn erdoor en verscheen er een lach op ons gezicht.
Het sportfeest van de Klj West-Vlaanderen was gratis en met voldoende parking.
Er was een grote tent opgezet (met bar) maar iedereen zat toch buiten op de wei.
De reuzevoetbal trok onmiddellijk onze aandacht, alsook het spel schijt je rijk.
De reuzevoetbal werd door twee teams gespeeld die de 2 meter hoge bal over de lijn
van de tegenpartij probeerden te duwen. Er waren geen goals, enkel een afgelijnd terein.
Het publiek langs de zijlijnen moest beletten dat de bal langs daar het terrein verliet,
door uiteraard met voldoende mensen tegen te duwen.
De match starte met twee spelers van elk team in het midden van het gras.
Met elk fluitje van de scheidsrechter mocht één bijkomende speler van elk team
het veld oplopen en mee duwen. Dat werd vooral gedaan bij een standstil.
De druk (duwen) verminderen om de andere partij uit balans te krijgen, was niet toegelaten.
De druk op de bal moest constant zijn. Wel toegelaten was duwen, botsen tegen de bal
(als een extra speler het veld kwam opgelopen) en de bal opheffen.
Dit zorgde toch voor enkele hilarische taferelen, vooral in de finale.
Bij het spel schijt je rijk was een afgebakend terrein verdeeld
in allemaal kleine vakjes en was de winnaar diegene die het lotje/vakje had gekocht
waarin de pony zijn behoefte deed. Uiteindelijk had niemand het juiste lotje gekocht
en moest een onschuldige kinderhand de winnaar trekken.
Daarnaast was er natuurlijk ook nog touwtrekken, piramide bouwen, volksdansen,
wimpelen en vendelen. De Klj van Passendale en Oostnieuwkerke stonden in
voor de organisatie en er was een gemoedelijke sfeer.
Allereerst bestaat er geen magische formule om goede vendelmuziek te maken,
het is vaak zoeken, afwegen en inspiratie vinden voordat men een reeks
met bijpassend muziek kan samen stellen. Er zijn echter wel enkele zaken
waar men kan op letten, goede indicatoren, vergelijkbaar met een puntensysteem.
Het liedje heeft een duidelijke structuur met een refrein en strofes.
Het refrein is het houvast van de vendelier, de routine, waardoor althans
het refrein altijd mooi gelijk gevendeld wordt. De strofes kunnen verschillen,
zowel naar noten als zang, en moeten niet even lang zijn.
Een strofe kan zichzelf opbouwen: het kan telkens langer worden of versnellen
naar een hoogtepunt. De muziek eindigt dan best op een hoogtepunt.
Een voorspel is altijd handig zodat de vendeliers zo kunnen opkomen
of om rustig beginnen. Een slot is eerder optioneel, alhoewel meestal mooi.
Het liedje moet goed in de oren klinken, voor jong en oud, maar moet niet hoofdzakelijk
zeer bekend zijn. Het liedje moet afwisseling hebben: er moeten hoogtes en laagtes in zitten.
Het maakt niet uit of dit blijkt door de muziek of zang. De zang is liefst mysterieus,
bij voorkeur niet de taal van het doelpubliek. Provocerende teksten zijn uiteraard
te mijden.
De tonen mogen niet te kort zijn en moeten in elkaar vloeien, wat zaken zoals heavy metal
en hip hop muziek direct uitsluiten. Men kan simpelweg niet zo vlug vendelen.
Grotere vlaggen hebben langere tonen nodig dan kleine vlaggen en wimpels.
De verleiding is soms groot om iets te kiezen wat nu populair is, maar dit moet afgewogen
worden tegen de andere criteria. Filmmuziek, althans de betere films, zijn vaak
een betere keuze, alsook muziek uit rondtrekkende shows.
Tenslotte kan men ook zelf iets samen stellen door noten in te voeren in een muziekprogramma,
al dan niet met meerdere instrumenten. Dit vergt echter heel wat werk en kennis,
maar daarna apprecieert men zoveel te meer het werk van bekende componisten.
Ondanks het voorspelde regenweer, trokken we toch naar Leuven op zaterdag 7 april
voor een bezoek aan de oudste botanische tuin van België en gingen we daarna kijken
naar de voorstelling van de groepen op de Grote Markt. Af en toe viel er een druppel,
maar de zonneschijn gaf hoop op een mooie lentedag.
De Kruidtuin van Leuven dateert van 1738 en werd aangelegd voor wetenschappelijke doeleinden:
een verzameling en tegelijk voorraadkamer van geneeskrachtige planten. Later werden
meer zuiver plantkundige tuinen ingericht met planten met sierwaarde,
potentieel economische gewassen en merkwaardige planten als studieobjecten.
De oude benaming 'kruidtuin' is wel voor bepaalde instellingen blijven bestaan,
zoals in Leuven.
Op een oppervlakte van ca. 2,2 ha bevindt zich een uitgebreide verzameling bomen,
heesters en struiken. Naast de verzameling kruidachtige planten, kruiden, water-
en kuipplanten, stelt het serrecomplex een verscheidenheid van tropische
en subtropische soorten tentoon.
We bezochten ondermeer de rotstuin, de oranjerie, de watertuin met vijver, de krokusweide,
de verzonken tuin, de bijenhal en de fruittuin. Het waren stuk voor stuk mooie plaatsjes
die duidelijk met veel zorg worden onderhouden. Hier en daar stond een houten bank
om rustig te genieten van al dat moois. In de verzonken tuin was er zelf een picknickhoekje,
ingericht met tafel en stoelen.
Toen het bijna 14u was, stapten we naar het centrum van de stad waar we juist op tijd
waren om te genieten van een vendeldemonstratie door Carpevento. Om 15u stipt begon
de voorstelling en de presentator stak er duidelijk vaart achter, want het onweer dreigde.
De buitenlandse groepen kwamen uit Frankrijk (Cabeolum'Folk),
Slowakije (Folklore Ensemble Dubrava) en Portugal (Grupo Folclórico das Lavradeiras da Meadela).
Het viel op dat ze met weinigen waren afgekomen en ze konden me niet echt boeien.
Carpevento had een nieuwe reeks gemaakt, in het teken van hun reis naar China,
waarin ze de jongsten wel op een zeer originele manier lieten 'meevendelen'.
Na de voorstelling was het de beurt aan de kinderen om zoveel mogelijk paaseieren te vangen,
gelanceerd door het stadsbestuur vanop de trappen van het stadhuis. Om af te sluiten was
er de versnijding van het paaslam op het Mathieu De Layensplein, maar de rij wachtenden
was te lang, dus keerden we huiswaarts.
Soms ontstaat een vendelreeks wel op een zeer bijzondere manier, zoals in het najaar van 2011.
Tijdens een verjaardagsfeestje hadden enkele vrienden me verrast met een liedje
over de vendelaar, op muziek van Boudewijn. We zongen het nog één keer
en het had wel een zekere swung, maar verder ging er nog niets in de lucht.
Enkele weken later was ik nog eens verrast met een meer professionele versie van het liedje,
op video opgenomen met live gitaar en djembe begeleiding. Toen dacht ik: "Daar zit iets in !"
Ik zat al geruime tijd met enkele vendelbewegingen in mijn hoofd en de tekst paste
er bijzonder goed op.
Na enkele ruwe schetsen, begonnen we met de try outs. Enkelen geloofden er niet direct in
en keken eerst wat van aan de zijlijn. Er werd wat bijgeschaafd, hoofdzakelijk geschrapt,
maar de reeks kwam al vlug tot een mooi geheel, mooi passend op de muziek en zang.
We filmden de afgewerkte reeks en toonden deze terug aan de zangeres,
die zeer enthousiast was hoe de reeks paste bij het liedje.
Na verder oefenen beslisten we dat het een mooie aanvulling was
en voila, weer een reeksje erbij, totaal onverwacht maar o zo uniek.
Bij Chiro, Scouts, KAJ, KLJ, KSJ-KSA-VKSJ, FOS en JNM beleefden
al talloze jongeren plezier dat ze nooit zullen vergeten.
Ondanks de vele jaren op de teller, zorgen leiding en leden
nog steeds voor een wekelijkse portie jeugdigheid. Vanzelfsprekend
loont het de moeite de geschiedenis van deze verenigingen even
te herbeleven.
Naar aanleiding van de Dag van de Jeugdbweging schreef
de redactie van Jeugdwerknet een reeks artikels die wel wat
extra aandacht verdienen.
Patronaten van de Chiro
De geschiedenis van Chiro begint al halverwege de negentiende
eeuw met de zogenoemde ‘patronaten’. Deze binnen parochies
opgerichte organisaties probeerden op zondag wat ontspanning
te bieden aan de plaatselijke jeugd, naast godsdienstige en
andere vorming. De Kerk was namelijk bang dat de ‘arbeidsgetto’s
van verderf’ anders voor zedenverloedering zouden zorgen.
Net zoals vandaag nog soms het geval is, bleven meisjes en jongens
in die tijd ook gescheiden van elkaar. Het grote verschil tussen
deze patronaten was dat de jongenspatronaten vanuit de parochie
ontstonden en die van de meisjes vanuit de scholen.
Ontstaan Scouting
Voor scouting is 1907 dé historische datum, toen de Britse
Baden Powell zijn eerste proefkamp organiseerde op Brownsea
Island. Drie jaar later sijpelt scouting binnen in de Belgische
hoofdstad. Het zou echter tot 1913 duren tot Georges de Hasque
de eerste Vlaamstalige scoutsgroep op poten zet in Antwerpen.
Het ontstaan van de Katholieke Arbeidersjeugd is onlosmakelijk
verbonden met de industriële revolutie. Vooral tegen het einde van
de negentiende eeuw werd de sociale strijd steeds scherper.
De arbeiders keerden de Kerk de rug toe, wegens ‘te kapitalistisch’.
Maar ook binnen de katholieke kerk vertoefden progressieve krachten,
Daens is daar het grote voorbeeld van.
Deze laatstgenoemde inspireerde ook Cardijn, die vanaf 1912
als onderpastoor van Laken een emancipatiebeweging voor
werkende jongeren op gang bracht. De beweging boog de uitzichtloze
situatie van arbeiders in vele gevallen om tot succesverhalen.
Ontstaan KLJ, KSA, JNM & FOS
In 1900 bestaat de Boerenbond, ‘een Vlaamse katholieke
vereniging voor agrarische ondernemers en bewoners van het platteland’
tien jaar. Van hieruit zal later de KLJ groeien.
De echte roots van de Katholieke Studerende Jeugd
– Katholieke Studentenactie – Vrouwelijke Katholieke Studerende Jeugd
(KSJ-KSA-VKSJ) vinden we eigenlijk al vlak na het ontstaan
van België in 1830, toen Frans ook in het onderwijs nog
de officiële taal was.
Toch bevonden zich heel wat Vlaamsgezinden
in de katholieke wereld. Jan-Baptist David bijvoorbeeld
(naar wie het Davidsfonds is genoemd) richtte de eerste
katholieke Vlaamse studentengilde op, en al vlug volgden andere
dergelijke initiatieven. Rond 1900 steeg het aantal studentengilden
spectaculair. De stichtingslanddag werd in 1903 in Sint-Niklaas
gehouden.
FOS, voluit Federatie Open Scouting kent met
de legendarische Baden Powell dezelfde wortels als Scouts en Gidsen
Vlaanderen. Toch hebben de twee Belgische bewegingen altijd al apart
gefunctioneerd. Het hoofd van de Anglicaanse gemeenschap in Brussel,
W.W. Clarke, zorgde voor de eerste BSB –Belgische
Boy Scouts- groep in België. De groep profileert zich meteen
als pluralistisch, toen niet voor de hand liggend. Hun profilering
week af van de trouw tot God die bij hun Engels voorgangers heerste
en ook werd overgenomen door Scouts en Gidsen Vlaanderen.
Antwerpen gold als tweede belangrijke ankerpunt in
de FOS-geschiedenis. Deze scoutsgroep fungeerde eerst alleen,
maar sloot zich uiteindelijk toch aan bij de BSB.
Uit het BSB groeien twee federaties, enerzijds de Nederlandstalige
Vlaamsch Verbond der Katholieke Scouts (VVKS) en anderzijds
de Franstalige Fédération des Scouts Catholiques (FSC).
In 1973 zetten VVKM en VVKS het licht op groen voor één
gezamenlijke structuur, verenigd als VVKM-VVKS. Pas in 1982 richtte
de verbondsraad van VVKM-VVKS statutair de VVKSM op:
het Vlaams Verbond van Katholieke Scouts en Meisjesgidsen.
Tijdens de eerste wereldoorlog verbiedt de Duitse bezetter het uniform,
maar achteraf leidde dat tot een eens zo sterke heropleving.
1919 bleek een belangrijk jaar voor Open Scouting. Ook wordt dat jaar
de vrouwelijke variant opgericht: de GGB (Girl Guides Belgium).
De Jeugdbond voor Natuur en Milieu ontstond in 1983
door het samensmelten van twee Vlaamse Jeugdbonden die met natuur
en milieu bezig waren, de BJN en de Wielewaaljongeren.
Die twee hebben een hele andere ontstaansgeschiedenis.
De Belgische Jeugdbond voor natuurstudie, kortweg BJN heeft
wortels bij haar noorderburen. In het begin van de twintigste eeuw
werd de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) gesticht.
De eerste Jamboree gaat van start in Londen in 1920 met toen
al achtduizend scouts. Op dit vierjaarlijkse internationale scoutskamp
wordt Baden Powell uitgeroepen als ‘Chief Scout of the World’.
1934: een datum voor Chiro zoals 1907 er één voor scouting was.
In dat jaar blaast priester Jos Cleymans nieuw leven in
het katholieke patronaat, dat uiteindelijk zal uitgroeien
tot de Chiro die we nu kennen.
De Katholieke Actiebeweging (KA) wil gewone mensen aanzetten
tot het tegengaan van de secularisering door het oprichten van
katholieke verenigingen. Daardoor ontstaan in Vlaanderen
enkele katholiek geïnspireerde organisaties die zich over
verschillende standen uitstrekken: de Katholieke Arbeidersjeugd
(K.A.J.), de Boerenjeugdbond (BJB, later KLJ) en
Katholieke Studentactie (KSA).
Christus Koning, dé figuur waarrond de KA-werking draait,
vormt een belangrijke inspiratiebron voor Jos Cleymans.
‘chi’ en ‘rho’ zijn in het Grieks de eerste letters van het woord
‘Christus’. Samen wordt dat ‘Chiro’. Cleymans wou graag
het katholieke geloof bij de jongeren aanwakkeren.
Het Jeugdverbond voor Katholieke Actie (JVKA) was in die tijd
een overkoepelende organisatie voor vijf jeugdverenigingen: Chiro,
KLJ (toen nog BJB), K.A.J., KSA en KBMJ (Katholieke Burgers
en Middenstandsjongeren).
Stichting KSA & BJB
Bij de stichting van de KSA volgden bisschoppen twee verschillende
strategieën. In West-Vlaanderen richtte Karel Dubois in 1928 nieuwe,
zuiver kerkelijk-strijdende kernen in de colleges. In Limburg
verplichtte Martinus Rutten, bisschop, de studentenbonden zich
los te maken van de Leuvense top.
VKSJ haalt zijn wortels uit de burgerlijke katholieke
vrouwen-en meisjeskringen die in 1922 gebundeld werden.
VKSJ werd meer nationaler gericht dan de KSA.
In 1927 richt de Boerenbond de Boerenjeugdbond (BJB) op
als volwaardige tak van de organisatie voor jonge landbouwers.
Lambert Engelen, een Limburgse priester, krijgt de taak om de BJB
verder uit te bouwen. Vier jaar later krijgen de meisjes
ook hun eigen officiële afdeling: de Boerinnenjeugdbond.
In 1936 ziet de BJB’er, het eerste maandblad van de Boerenjeugdbond
Leuven het licht. In de Tobback-stad zal een jaar later met
het ‘Jubelcongres’ en ‘Massadag’ ook het tienjarig bestaan gevierd
worden. De aanwezigheid ligt rond de 30.000 deelnemers.
Tweede wereldoorlog
Louis Picalousa, de hoofdcommissaris in de jaren twintig,
zorgde voor een maatschappelijke invulling van FOS. Met zijn
Rode Kruis-achtergrond mobiliseerde hij ook de scouts tot steun
aan hulporganisaties.
De Tweede Wereldoorlog vormt een ingrijpende gebeurtenis met
grote impact op scouting. De Duitsers willen Vlaamse jeugdbewegingen
verenigen om het nationalistische te stimuleren, en als de scouts
weigert mee te doen, doen de Duitsers er alles aan ze te dwarsbomen.
Zo wordt het uniform verboden.
De eerste contacten van de NJN met België dateren van net
voor de Tweede Wereldoorlog. In 1939 telde de NJN namelijk
een aantal actieve leden in Gent. Helaas werd de Gentse variant
al snel verboden, terwijl ze in Nederland hun activiteiten
konden verderzetten.
De oorsprong van de Wielwaaljongeren ligt in de jaren dertig.
Toen richtte een groep ‘vogelaars’ in Antwerpen de vereniging
‘De Wielewaal’ op.
Chiro krijgt vorm
In 1945 wordt kardinaal Van Roey eindelijk overtuigd om Chiro
als een officiële en volwaardige jeugdbeweging te erkennen.
In de jaren vijftig verstevigt Chiro haar structuur en werking,
en de leden volgen vanzelf. In tien jaar tijd verdrievoudigt
het aantal groepen.
Halverwege de jaren vijftig beseft Chiro dat ze niet alle jongeren
bereikt. Daarom experimenteert ze met verschillende vormen van open
jeugdwerk, bedoeld voor alle kinderen en jongeren. Men richt
in datzelfde decennium ook de eerste groepen buiten Vlaanderen op.
Scouts en BJB tijdens de oorlog
Tijdens de tweede wereldoorlog verenigen de scouts en gidsen zich
om zo veel mogelijk dienstbetoon te doen. ‘Winterhulp’ was
een gekend dienstbetoon aan behoeftigen in eigen rangen.
Aan scoutsjongens die vertrokken naar het buitenland werd iets extra
meegegeven. Tijdens deze oorlog was het verboden om het uniform
te dragen . In 1941 sterft de bekende stichter, Baden Powell.
Ook de BJB krijgt het moeilijk tijdens de oorlogsjaren.
Het ledenblad wordt tijdelijk stopgezet en er heerst een tekort
aan leiding door de opeising van vele jonge mannen in
de Duitse landbouw en industrie.
Toch proberen ze hun steentje bij te dragen in deze moeilijke tijden:
in 1943 zamelen ze levensmiddelen in voor de gedeporteerden
in Duitsland. Na de oorlog evolueert de vereniging van
een actiebeweging naar een echte katholieke jeugdbeweging.
In 1953 vieren de BJB’ers een jubileumjaar met
vele jubileumvieringen en optochten, met als aanleiding
hun kwarteeuw bestaan. In 1957 nemen de jonge landbouwers
overtuigd deel aan de boerenbetogingen. Het jaar erna richt men
de landelijke ruiterschool op, de ruitersport nam namelijk al
lange tijd een belangrijke plaats in in de beweging.
Evolutie KSA en FOS
KSA wordt stilaan een jeugdbeweging. Waar het zich vroeger
in hoofdzaak beperkte tot studie en toneel, krijgt het spelelement
nu meer aandacht. In 1942 worden de Roodkapjes opgericht,
een groep voor meisjes van 8 tot 11 jaar. Later neemt de VKSJ
de Roodkapjes op als afdeling, en slaat het ook de weg van
de jeugdbeweging in. Na de oorlog creëerden KSA en VKSJ
een specifieke eigen identiteit, al bleven ze beiden kerkelijk
en Vlaams geëngageerd.
In 1945 fusioneren BSB en GGB. Toch daalt het ledenaantal
tijdens de naoorlogse jaren. Mensen verwijten hen een gebrek
aan politieke visie en de samenwerking tussen de jongens en
de meisjes is nog steeds nihil.
NJN krijgt Belgisch vriendje
Na de oorlog ontstonden actieve NJN-kernen rond de regio's
Gent en Antwerpen. De eerste volwaardige Belgische NJN-afdeling
kwam er in 1949. In de tweede helft van de jaren vijftig oefende
het NJN-hoofdbestuur een grote druk uit op de Belgische NJN-afdelingen
om een eigen Belgische Jeugdbond te vormen. Die kwam er in 1959.
Duidelijke Nederlandse accenten kenmerkten de beweging,
zoals neutraliteit tegenover bijvoorbeeld politiek en religie.
Ook waren ‘oude mensen’ niet welkom: de jeugdbeweging moest
voor de jeugd blijven. Dat was een belangrijk onderscheid ten opzichte
van de andere jeugdbewegingen in die tijd. Ondertussen begonnen
de leden van Wielewaal te merken hoe moeilijk integratie voor
jongeren was in een verenigingsleven dat gedomineerd werd
door ouderen.
Feesten met Chiro en Scouts
Top 64, een groot Chirofeest in 1964 zorgt voor
een fijne afsluiter en een voorzichtige eerste stap naar
nieuwe chirotijden. Ze moeten namelijk meegaan in de vernieuwende
gedachten van democratie, secularisatie en co-educatie.
In het Antwerpse Boduilstation demonstreren ze er op indrukwekkende
wijze de chirostijl. Twee jaar eerder hadden hun scoutscollega's
daar ook al uitbundig gevierd met de zogenaamde S-boum.
Niet veel later treedt Jean-Luc Dehaene naar voren als
verbondscommisaris van de scouts. Hij zal onder andere de man worden
die de lange scoutsbroek invoert.
De nieuwe tijdsgeest van 1968 zorgt onder andere voor het ontstaan
van een nieuwe tak (leeftijdsgroep, red.) in de scouts. JIN
staat voor Jij en Ik een Noodzaak en verzamelt de oudste leden.
Begin jaren zeventig smelten twee scoutsgroepen voor mensen met
een beperking samen tot AKABE. De naam is een acroniem
van die twee groepen: Afdeling Koning Astrid en
Bijzondere Eisenwerking. Op het einde van de jaren zeventig
gelast men de Jamboree in Iran af omwille van het onstabiele
politieke klimaat.
Nieuwe tijdsgeest
De consumptiemaatschappij van de golden sixties zorgde
voor een aantal evoluties die het ledenaantal van
de Katholieke Arbeidersjeugd gevoelig terugschroefde.
Minder jongeren werkten omdat ze meer studeerkansen kregen
en trouwen gebeurde vroeger en zorgde voor een snellere stop
bij de jeugdbeweging. Bovendien kon de K.A.J. maar moeilijk
concurreren met het grote commerciële aanbod.
In datzelfde decennium stierf de oprichter, Cardijn,
twee jaar nadat hij tot kardinaal werd gewijd. Discussies over
stellingname ten opzichte van de Kerk in combinatie met
interne strubbelingen zorgden uiteindelijk voor een splitsing in 1976.
Toen scheurden zes verbonden zich af om een nieuwe kajottersbeweging
te gaan vormen. Zij konden zich niet vinden in wat ze
de ‘te eenzijdig maatschappijkritische en te centralistische wending’
noemden.
In 1965 verandert de Boerenjeugdbond zijn naam in hoe we
de jeugdbeweging vandaag kennen: de KLJ of voluit
de Katholieke Landelijke Jeugd. De dienst Beroepswerking
wordt omgevormd tot Groene Kring.
Begin jaren zeventig verandert de structuur van de KLJ grondig.
De ledenbeweging wordt ontdubbelt in een ruime Landelijke Beweging
met Landelijke Gilden enerzijds en de Beroepsorganisatie met
Bedrijfsgilden anderzijds.
Enkele jaren later scheuren progressieve geesten zich af
en richten ze ‘Demokratische-KLJ’ op. In 1977 verzamelen
10.000 KLJ’ers voor de viering van het vijftig jaar bestaan.
Jeugdbewegingen krijgen het moeilijk
Niet alleen de wereld maar ook de jeugdbeweging wordt dezer dagen
ter discussie gesteld. Vooral het uniform krijgt het hard te verduren
en in sommige groepen schaft men het zelfs af. Ook een sterke drang
naar gemengde werking treedt op de voorgrond, en in 1978 is het
zo ver: KSA en VKSJ worden één. In vele groepen wordt de naam KSJ
ingevoerd: Katholieke Studerende Jeugd.
In de jaren zestig voelen de Vlamingen zich achteruit gesteld en
sturen ze aan op een autonome vereniging. Uiteindelijk wordt hierop
ingegaan en ontstaan onder de koepel BSB-GGB een autonome vereniging
voor de Vlaamse taalgemeenschap: FOS (Federatie Open Scoutisme).
In het volgende decennium probeert FOS dan allerlei experimenten uit
om de federatie meer uitstraling te geven. Na de ‘strijd’
met SSB (See Scouts of Belgium) en de eigen zeescoutstak binnen FOS
komt het tot een verzoening: SSB sluit zich aan.
In de jaren zeventig daalde het BJB-ledenaantal drastisch.
Het idee voor een fusie met de Wielewalen trad dan ook steeds
meer op de voorgrond.
In 1967 namen enkele jeugdige Wielewalers het initiatief om
een afzonderlijke jongerenwerking te stichten: de WJA
(Wielewaaljongerenafdeling). Meer dan eens botsten de visies
van de oorspronkelijke vereniging en haar jongere variant.
De WJA pleitte voor een bredere vorm van natuurstudie
en uitte openlijk kritiek op het Vlaamse milieubeleid.
In de jaren zeventig werd de WJA na interne strubbelingen
opgesplitst in Natuur 2000 (N2000) en de Wielewaaljongeren (WJ).
Engagement kent een dipje
Alle Vlaamse jeugdbewegingen krijgen het moeilijk in de eighties.
Ze mikken namelijk allemaal op ongeveer dezelfde doelgroep,
en jongeren zijn minder geïnteresseerd in engagement.
In 1986 gaan ze daarom bij Chiro van start met een jaarlijkse
bekendmakingsactie, met het bekende motto “als je ’t
mij vraagt: Chiro”. In de jaren negentig gaat het iets beter
bij Chiro, qua ledenaantal dan toch. Want vooral de jongeren haken af,
wat een leidingtekort teweegbrengt.
Vanaf de eighties groeit FOS uit tot een professionele organisatie.
Ze doen nog steeds beroep op vele vrijwilligers, maar worden nu wel
ondersteund door enkele beroepskrachten. In de jaren negentig
gaan ze verder op dit elan en bouwen ze de jeugdbeweging nog verder
uit.
Maatschappelijk engagement
Begin de jaren tachtig dringt het ecologisch bewustzijn door
in de samenleving én in de scoutsbeweging. Ecologie en milieu komen
hoog op de agenda te staan.
In 1995, het jaar van ‘de dichtbijzijnde Jamboree’ in Nederland piekt
het ledenaantal van de Vlaamse scouts voor het eerst boven de 70.000.
Datzelfde jaar organiseert VVKSM ook een speciale campagne:
‘Scouts Kicken zonder drug’.
Midden de jaren negentig lanceert de KLJ een nieuw logo,
dat tot op heden nog steeds de jeugdbeweging vertegenwoordigt.
De beweging wordt verder opgebouwd en krijgt (vooral veel jonge)
nieuwe leden. De beweging stelt een visietekst op en spoort
hun leden op om zich te sensibiliseren voor thema's
als multiculturaliteit en armoede.
Fusies
In 1995 smelten K.A.J., V.K.A.J. en Kajottersbeweging samen tot
één groep, die voortaan KAJ zal heten. De Katholieke Arbeidersjeugd
heet voortaan de Kristelijke Arbeidersjeugd.
Het naast elkaar bestaan van de drie jeugdbonden was geen goede zaak,
daar was iedereen het over eens. Ettelijke pogingen tot samenwerking
mislukten. Toen de nood voor iedereen het hoogst bleek, kwam er dan
toch verandering. BJN veranderde in JNM (Jeugdbond voor
Natuurbeleving en Natuurbehoud) en de WJ sloot zich erbij aan.
In het begin was het vechten om te blijven bestaan maar
de overlevingsdrang was groot. Eind de jaren tachtig werd voor
het eerst de kaap van 2000 leden overschreden.
Nieuwe look
In het nieuwe millennium richt Chiro enkele nieuwe diensten op
en steekt ze enkele oude diensten in een nieuw jasje. In 2009 viert
Chiro haar 75ste verjaardag, waar een jaar vol feestelijkheden
aan voorafgaat. In april van het feestjaar bieden ze
alle Chirogroepen een ontbijt aan, en de absolute afsluiter wordt
een grote Krinkelbivak.
In 2001 beslist men dat AKABE voortaan als Anders Kan Best
kan gelezen worden. De Belgische scouts en gidsen ontvangen
in datzelfde jaar de Homofolieaward. Ze worden gelauwerd
voor hun standpunt op de Europese conferentie van scouting
en guiding tegen discriminatie van homo's en lesbiennes.
Vijf jaar later beslist de verbondraad met 94 procent van de stemmen
om een naamsverandering door te voeren. VVKSM heet voortaan
Scouts en Gidsen Vlaanderen. Deze wijziging is een uitloper
van het groepsleidingcongres “360° SCOUTING” van een jaar eerder.
Men dacht er na over de identiteit en schreef ook een nieuwe missie
uit.
Ondertussen ontstaat een nieuwe jeugdbeweging, de jongste van
alle huidig bestaande: Wel Jong Niet Hetero (WJNH)
wordt in 2002 erkend als landelijk georganiseerde jeugdvereniging.
Nochtans waren ze in de jaren zeventig al projecten opgezet
en bestond WJNH al sinds 1994. Maar zoals vaak hinkte de wetgeving
nog een beetje achterop.
Wel Jong Niet Hetero organiseert allerlei activiteiten voor
holebijongeren tot dertig jaar uit Vlaanderen en Brussel.
Naast activiteiten als weekends en fuiven nemen ook vormingen
en voorlichtingen een belangrijke plaats in. In 2008 treedt WJNH
voor het eerst naar voren als jeugdbeweging en neemt in
die hoedanigheid ook deel aan de Dag van de Jeugdbeweging.
Waar is dat feestje?
2007 wordt het feestjaar bij uitstek. Het is dan honderd jaar
geleden dat Baden Powell de Scouts lanceerde. Op de jamboree
in Engeland besteed men veel aandacht aan dit feestjaar, en ook
in België organiseert men JAMbe, een indrukwekkende manifestatie
voor scouts en gidsen in het Koningin Boudewijnstadion.
2005 is een belangrijk jaar voor de KAJ. Ze vieren hun
tachtigjarig bestaan met een grootst opgezet festival,
4X20-rock. Datzelfde jaar organiseren ze speciale acties
voor armoedebestrijding en voeren ze ook wat structurele aanpassingen
door, om de werking eenvoudiger en transparanter te maken.
In 2001 schrijft KSJ een Open Brief aan Kerk en Maatschappij.
Deze brief kon veel weerklank genieten bij de pers. Het bewijst het
kerkelijke engagement, maar toont ook aan dat de beweging er niet
voor terugschrikt kritiek te uiten. KSJ-KSA-VKSJ is ook
een trendsetter in milieuvriendelijke producten, waar hun
fleecetrui eveneens blijk van geeft.
Het jaar 1999-2000 neemt voor FOS een valse start.
Federaal verantwoordelijke (FV) Rudi Goyvaerts neemt ontslag
en niemand blijkt bereid hem op te volgen. FOS zit een jaar
zonder federaal verantwoordelijke. Daarna voert men met succes
enkele veranderingen in: het landelijk kantoor verhuist naar
een gunstigere locatie (naar Gent, niet ver van
het Sint-Pietersstation) en de pr-afdeling doet zijn werk.
FOS krijgt een nieuwe huisstijl en maakt zich op die manier
meer zichtbaar in de wereld.
Net als bij Scouts en Gidsen Vlaanderen feest ook FOS voor 100 jaar
scouting in 2007. Drie jaar later vieren ze de stichting van
Open Scouting in België.
Na het Congres van 2004 veranderde de naam in Jeugdbond voor
Natuur en Milieu, de afkorting werd behouden. 2007-2008 werd
een jubileumjaar voor de vereniging.
In 2001 is de eerste Dag van de Jeugdbeweging.
KLJ, Chiro, VVKSM (nu Scouts en Gidsen Vlaanderen), KAJ, FOS, JNM
en KSA-KSJ-VKSJ slaan de handen in elkaar. Deze traditie houdt nog
steeds stand.
Op zondag 18 september was het dit jaar niet enkel autoloze zondag
en Ninove Speelstad, maar ook de sportcarrousel van de provincie
Oost-Vlaanderen was in Ninove met basketbal, boogschieten,
liggende wip, dans, handbal, judo, karate, volkspelen, paardrijden,
reddend zwemmen, rolstoelmennen (paarden), ropeskipping, skateboarden,
sportschieten luchtkarabijn en luchtpistool, volleybal,
wushu & taijiquan, zwemmen op het droge, zumba, benji springen,
kajakken, klimmuur met deathride, rolstoelparcours, schietlapschieten,
speleologie en trampolinespringen.
Deze waren verspreid over de Centrumlaan, het Oudstrijdersplein,
de Graanmarkt, de Kaardeloodstraat, de Bevrijdingslaan,
het Dr. Hemmerijckxplein en langs de Dender. Hierdoor was het publiek
meer verspreid over de hele stad en had je dus de valse indruk
dat er minder volk was.
Wij stonden op het Hemmeryckxplein voor een initiatie vendelen
en een demonstratie op het podium, voor zover het weer het toeliet.
Naast de standjes van de jeugdverenigingen, was er nog moderne dans,
de foute party, een meet & greet met Musti, de gekke fietsen
en de springkastelen.
Doorheen de namiddag waren er enkele hevige regenbuien waardoor
een aantal mensen terug naar huis keerden. De kinderen lieten
het echter niet aan hun hart komen: enkelen kletsnat bibberend,
anderen bijna geheel in de modder; ze speelden verder alsof er niets
aan de hand was.
De scouts hielden het nog het langste vol, maar na 17u ging iedereen
toch wel naar huis. Tot volgend jaar!
Deze zomer werd er ons gevraagd om een initiatie vendelen te geven
in de gemeentelijke basisschool Paloke te Dilbeek, in het kader van
hun speelpleinwerking. Ze wilden eens iets nieuws proberen en
vendelen leek hun wel tof. Dinsdag 19 juli werd aangestipt op
de kalender voor een hopelijk zonnige dag met veel vendelplezier.
Helaas, het mocht niet zijn. Het was nog droog toen we binnen reden
maar van zodra alles klaar stond, begon het lichtjes te regenen.
Gelukkig was er een turnzaal voorzien die voldoende groot was
om in te oefenen. De kinderen hielpen mee om alles te dragen
zodat alles vlug in het droge stond.
De animators hadden enkele activiteiten uitgewerkt rond 21 juli,
de nationale feestdag, waarin het vendelen mooi paste. Eerst waren
de jongens aan de beurt die er direct invlogen. De meisjes waren
rustiger maar ook behendiger in de figuren. Zelf enkele animators
konden niet weerstaan aan de vendelkriebels en namen ook een stok
ter hand. Ter afsluiting van elke sessie gaven we een demonstratie
van de Avondster.
Na afloop was iedereen tevreden en misschien komen we nog eens terug
in augustus. Wie weet. De kinderen waren in ieder geval een ervaring
rijker.
Op zondag 5 juni was het prachtig weer, uitstekend voor een uitstap naar Antwerpen.
Bij aankomst marcheerden de troepen al naar het slagveld: zwaardvechters,
halbediers, boogschutters, kanonniers, vlaggendragers en waterdragers.
De weinige jonkvrouwen bleven veilig aan de kant staan.
Eén zwart-witte vlag viel bijzonder op door zijn massieve grootte.
De wapens werden een laatste maal gecontroleerd en dan mochten ze
het slagveld op.
Na wat duwen en trekken door de aanvoerders, was het startsein gegeven
en chargeerden de zwaardvechters in elkaar. De kanonnen brulden en de pijlen
vlogen in het rond. De strijd was hevig maar kort, want de zon brandde
en de waterdragers dienden meermaals toe te snellen.
Nadien mochten de kinderen ook eens strijden, weliswaar met mousse stokken
maar tegen echte ridders. Deze krijgers lieten zich niet zomaar overwinnen
maar tegen zo een massa kinderen waren ze niet opgewassen. Ook in
de tweede ronde dwongen de kinderen de overwinning af. Het was prachtig
om te zien.
De ambachtenstandjes waren er ook, zelfs meer als vorig jaar.
Je kon er echt alles uit de middeleeuwen kopen. Er was ook een poppenspel,
historische uitleg, initiatie zwaardvechten en een openlucht operatie.
Dit laatste trok behoorlijk wat volk.
We versterkten de innerlijke mens wat, keken nog wat rond
en reden dan naar huis.
Ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van de gemeentelijke
basisschool Sleutelbos in Walfergem, werd er ons gevraagd,
in samenwerking met een volksdansgroep uit Asse, een initiatie
vendelen te geven op hun schoolfeest op zaterdag 14 mei rond 15u.
In eerste instantie was er niet veel tijd om veel voor te bereiden
en waren er nogal wat vraagtekens omtrent het podium,
de geluidsinstallatie en het doelpubliek. Achteraf bekeken was alles
goed geregeld en heeft iedereen er veel plezier aan beleefd.
Het weer zat mee en de school had de poorten geopend zodat
er tijdelijk kon worden geparkeerd op hun tweede speelplaats.
Dit was wel nodig want het Petrus Ascanusplein stond al helemaal vol
en een groot deel van de Stevensveldstraat was afgezet
voor de paardenkar.
Er was aardig wat volk op het binnenplein terwijl elke klas
zijn dansje deed. Het podium was niet zo groot en stond tegen de muur.
De kleine vendelvlaggen kwamen dus van pas, waardoor er toch nog
5 tot 8 kinderen konden mee vendelen. Af en toe liet de wind
zich voelen of dreigden de wolken met regen, maar het bleef droog
en de combinatie vendelen afgewisseld met dansen sloeg aan
bij de kinderen.
Verder was er naast drank, gebak en ijsjes, nog een ambachtenmarkt
in een zijgebouw en een grasveld waar de kleinsten konden ravotten.
We sloten af rond 18u en keerden moe maar tevreden terug naar huis.
Pasen viel dit jaar bijzonder laat en in tegenstelling tot vorig jaar,
waren de Paasfeesten in Leuven echt gezegend met temperaturen tot 25 graden.
Velen trokken naar de zee en dit was wel te merken op de baan,
maar ook in Leuven zaten overal de terrasjes vol.
We waren nog wat te vroeg en doken de Sint-Pieterskerk binnen.
Het was er aangenaam koel en er viel heel wat te zien.
Na een korte bezichtiging gingen we terug naar buiten,
waar de presentator al bezig was met de eerste groep aan te kondigen.
Naast de vaste groepen (Rozemarijntje, Reuzegom, ‘t Havermeuleke en Carpevento)
kwamen de internationale groepen bijna allemaal uit Oost-Europa.
Het Folklorni Ansambl Stefan M. Ljubisa uit Budva (Montenegro)
viel op door de mooie kledij, de krachtige zangstemmen en de pyramide
die ze in één-twee bouwden en dan open plooiden tot een muur.
Voor de Lubana culture centre dance group Zuburi uit Lubana (Letland)
was het hun eerst buitenlandse optreden en zeer geslaagd naar mijn mening.
The Jockey Men's Morris Club uit Birmingham (Engeland) had ik al eens gezien.
Deze keer hadden ze hun stokken niet mee maar wel hun eigen omroeper.
Het Folk Dance Ensemble Botevgrad uit Sofia (Burgari) waren met velen
maar boeiden me minder.
Op de terugweg wandelden we door het park van de Sint-Geertruikerk,
een klein maar gezellig park weg van de drukte van de binnenstad.
Het was er aangenaam vertoeven. Met onze zonnebatterijen terug opgeladen
wandelden we naar de parking en terug naar huis.
Zo te zien liggen de sneeuwperikelen nu definitief achter ons en
kunnen we vooruit kijken op 2011. Allereerst gaan we terug reclame
maken in en rond Ninove, want velen kennen de groep nog niet.
Er bestaan nog redelijk wat misverstanden over het vendelen en
we bekijken verder welke kanalen effectief ons doelpubliek bereikt.
In het lijstje van uitstapjes springt het KLJ Landjuweel (zondag 21
augustus) eruit met wedstrijden in het vendelen, wimpelen,
volksdansen, pyramide bouwen en touwtrekken. Hopelijk is de finale
juist zo spannend als in 2009. Dit jaar is er ook een
wereldrecordpoging vendelen in Nederland (zaterdag 27 augustus)
waar er meer traditioneel wordt gevendeld. Gezien de afstand (260 km)
is het nog niet zeker of we er zullen bij zijn.
Tenslotte zijn er plannen om de groep te versterken met één of meer
trommelaars en worden de jaarlijkse inkomsten verder uitgebouwd. Het
wordt terug een boeiend jaar met nieuwe uitdagingen, ervaringen en
veel vendelplezier!